‘Ruiken jullie dat?’ vraag ik aan mijn gezinsleden? ‘Wat is dat toch voor geur?’
Weinig respons.
‘Ah, eucalyptus… En dit?’
‘Mam! Je hoeft echt niet aan elke plant te ruiken hoor!
‘Wen er maar aan. Dit is wat je de komende twee weken van mama hoort.’ weet papa.
‘Er is toch een app waarmee je plantennamen kunt zoeken?
‘Zucht’
De telefoon erbij en ‘Zie je wel! Toscaanse Jasmijn. Die moeten wij in onze tuin hebben.’
‘Dat gaat niet werken.’
‘Niet als je het niet probeert nee.’
‘...’
‘En daar, Mimosa!
Al die geuren geven mij ineens het gevoel dat we in Nederland toch maar een armzalig leven leiden, verstoken van enig parfum. Dat kan toch niet goed zijn?
Als de eerste cipressen aan ons oog voorbijtrekken, (Jo en Mae noemen het hartslagbomen- 'Oeps patiënt overleden' bij de laatste boom) zie ik fotograaf Guy uit Marseille weer voor het bord staan. Morsig, sigaretten binnen handbereik, kluste bij als professeur aan de universiteit van Avignon. Guy tekende een vreemd soort pepertje op het bord.
Ik stootte Marie aan die naast me zat. ‘Wat is hij aan het doen?’
Ze keek me niet-begrijpend aan ‘Hij tekent een boom.’
Ik krabbelde een wollig Dick Bruniaans boompje in mijn schrijfblok ‘Zo teken ik een boom.’
Marie, uit Aix, keek kritisch ‘Lijkt meer op een blaadje’.
Toen realiseerde ik me dat Guy een cipres getekend had. Dat was blijkbaar de eerste boom die bij hem opkwam.
Na twee weken vakantie rijden we weer terug. Het landschap verandert langzaam. Waar precies? Ik weet het niet. Feit is dat boven Dijon de bomen weer lijken op de bomen die ik ken. De velden zijn weliswaar glooiend maar de ruimte voelt vertrouwd. Vreemd?
Of je nu in een stad of op het platteland woont, sommige mensen zijn trots op de plek waar ze wonen; hun streek of wijk is het allerbeste. Bijna als een voetbalclub denk ik. Ik kan niet goed bij dat gevoel komen. Ik voel me verbonden met Nederland maar chauvinisme is me vreemd. Ik hou er niet van als mensen afdoen op Nederland maar ik voel me er ook niet prettig bij als een streek al te veel opgehemeld wordt.
Maar toch, als we na de vakantie steeds verder noordwaarts rijden voel ik een diepe tevredenheid naar boven komen. Een uitstapje naar het buitenland is verfrissend, alleen al om het thuiskomen. Dit is het landschap dat ik ken. Een klimaat waarin ik gedij. Bij de afslag naar ons huis, passeren we slootkanten vol hoog opschietend riet en een weg omzoomd door fluitenkruid. Het is lente. De rozen in knop en de sering achter ons huis in volle bloei.
‘Heerlijk! Hebben jullie geroken?’
Leuk om te lezen! De uitgebreide verhaal van wat je al deze richting had gesteurd via WhatsApp. Mooi!
BeantwoordenVerwijderen