Wat vindt je man daarvan?

 

100 jaar oud. Op haar verjaardag kreeg ze van de burgemeester een promotiebord van FC Groningen met de tekst: ‘Laat ons samen juichen’. (Een gegeven paard enzo maar je vraagt je toch af welke medewerker dat cadeau naar voren schoof.) Bij opa en oma gaat het vaak over de oude tante. Jo en Mae zijn diep onder de indruk van haar leeftijd. Ze vinden het zielig dat ze alleen in een verzorgingstehuis zit. Nog zo weinig te genieten.

“Verf jij je haar niet? De 100-jarige neemt mijn moeder eens kritisch op. Het is zó gríjs! Wat vindt je man daarvan?” Zelf hecht ze er aan haar haren te kleuren. Het verzorgingstehuis was vorige week nog aan de lijn om mijn vader te vragen of haar haren echt geverfd moesten worden. (Ik wist ook niet dat mijn vader daar verstand van had.) Hij gaf het enige goede antwoord: “Als we haar daar een plezier mee doen, is dat toch mooi.” Soms strijdbaar. Op andere momenten vooral moe. Ze is klaar met leven. “U bent nog niet geroepen” antwoordt mijn vader. Taal die ze verstaat. Ze zit niet vergeten in het tehuis. Het is alleen haar tijd nog niet. Als wachten op een bevalling; Je weet dat het gaat gebeuren maar hoe lang nog? Het lijkt me zwaar.

’s Middags in een speeltuintje, een kleine oase ingeklemd tussen gedateerde flats. Pip zit in de schommel onder de gekleurde bomen en zingt luidkeel het lied dat ze de hele ochtend al zingt: ‘Hij is opgestaan! Hij is opgestaan! Hij leeft! Hij leeft!’ Vandaag is ze geroepen, de jongste zus van mijn opa. De lucht is blauw, feestelijk zonlicht beschijnt de witte bloesem. De hemel is dichtbij onder deze bomen in bruidstooi. Het vervult me met ontzag. Ze heeft haar wedstrijd gelopen. 

Een gemakkelijke wedstrijd was het niet. Was ze geliefd? In elk geval niet het type dat mensen naar zich toetrekt. Sommige karakters zijn ook gewoon niet zo toegankelijk; raken de grenzen van ons kunnen. De laatste jaren van haar leven ontfermde mijn vader zich samen met een aantal familieleden over haar. Uit de manier waarop mijn vader over haar sprak, wist ik dat ze hem dierbaar was. Zinloos lijden als iemand alleen in een verzorgingstehuis zit? Ik weet het niet. Wij meten mensen vaak af aan wat zij zichtbaar kunnen doen. Maar het gaat niet in de eerste plaats om wat wij doen.

‘Alleen die God die mij met kracht omgordt, bij wie mijn levenspad een heilsweg wordt.’ Psalm 18 wilde ze laten zingen na haar overlijden. Wat een levensvisie gaat daarvan uit. Ik vind het imponerend. Vandaag was het haar beurt. Mooier dan ze ooit is geweest, meer verbonden dan ooit, ongekende vrolijkheid, vernieuwde jeugd.

Reacties