Griezelige Gebruiken



Op een warme zaterdagmarkt in Delft waan ik me bijna in Zuid-Europa; De geur van vers fruit en olijven hangt in de lucht. Als een Italiaanse dame naast me om Parmezaanse kaas vraagt, is het plaatje compleet. Parmezaanse kaas heeft de koopman niet. Wel Grana Padano. ‘Komt die echt uit Italië?’ vraagt de vrouw. De koopman bevestigt het. De vrouw overlegt met haar echtgenoot. ‘Vèro?’ Vraagt deze sceptisch. (Natuurlijk is het waar. De kaaskop zegt het toch?) De vrouw koopt een stuk waar wij wel drie weken mee toe zouden kunnen.

Thuisgekomen vraag ik me af hoe je zoveel kaas in een vakantie kunt wegwerken. Bij elke maaltijd, als tussendoortje èn als borrelhapje? ‘Heb jij nooit om Goeda gevraagd in Frankrijk? Is Sam’s reactie. Ggggouwwda verbeter ik. Ineens herinner me weer hoe grappig het is om in een ander land de harde G te introduceren. Hij komt altijd weer terug bij Nederlandse woorden als Gouda kaas. Of nog leuker; Van Gogh. De Fransen spreken van Gogh uit als van gogue (G als in Guatemala). Britten denken de naam heel goed uit te spreken als Van Goff. En dan mijn reactie: ‘Its actually van GGóGG’. Na het proberen hadden mijn tafelgenoten acuut keeltabletten nodig.

De Nederlandse G kan keelklachten opleveren. Nederlandse snoepjes kunnen in Frankrijk de rijvaardigheid ernstig beïnvloeden. Mijn huisgenote had zoute dropjes gekregen van bezoek uit Nederland. Argeloos deelde ze die uit aan de bestuurder. De beste man wist niet wat hem overkwam. Hij leek echt in nood. ‘Wát is dít?’ Bleef hij herhalen. We wisten even niet of we ons zorgen moesten maken of heel hard gaan lachen. Hij wist zich gelukkig te herpakken voor de situatie echt penibel werd.

Nederlanders kunnen er ook wat van trouwens, merkte ik tijdens een etentje met een collega in Straatsburg. Een ober kwam naar ons toe met de vraag of we trek hadden in slakken vooraf. Collega knikte heftig enthousiast naar het pinguinpakje: ‘Oui, oui! Merci!’ Dat verraste me. Ik hoefde zelf namelijk niet. Zodra de ober verdwenen was, keek hij mij aan: ‘Wat bood hij nou net aan?’ Ik verslikte me haast in mijn drankje. Korte tijd later stonden ze voor zijn neus. Na enig aandringen van mijn kant, nam collega een van de bolletjes om die heel, heel snel weg te spoelen met zijn drankje.

Reacties