Als je strandt in een prachtwijk


Het is niet de meest frisse buurt waar ik ben gestrand. Ik zou haar alleen maar even afzetten en dat is gelukt. Ze is veilig thuis. Ik niet. Een sissend geluid komt uit de voorband van onze auto. De rest van mijn dag gaat er onvermijdelijk anders uitzien dan gepland. Zonder hulp krijg ik ons voertuig niet thuis. De schemering valt. Koplampen van auto’s flitsen onophoudelijk voorbij. Zal ik het erop wagen en gewoon naar huis rijden? Een man met puntbaardje stapt uit een naast geparkeerde auto, gevolgd door een gespierde kale man. 

Geen tijd om te bepalen of het goed volk is: ‘Heb je reserveband?’ ‘Nee, ik heb geen reserveband.’ ‘Ja, ja! Reserveband in die auto. Open de kofferbak!’ Ik open de kofferbak. Geen band. (Ik ben bijna verbaasd.) ‘Prop schieten!’ Ze praten in een soort staccato taal met elkaar. Ik mis informatie. Een prop? Schieten? In mijn band? ‘Ik moet even bellen hoor’. De heren gaan gewoon door met hun plan. Mijn hulplijn neemt niet op. In plaats daarvan krijg ik een snoer in mijn handen gedrukt. Alsof ik weet wat daarmee gebeuren moet.

Het is inmiddels helemaal donker geworden. Een mini- compressor stuitert op het asfalt terwijl de kale man met zijn mes een uitsteeksel van de voorband snijdt. ‘Nog effe en je ken weer rije hoor!’ ‘Wat bijzonder dat u juist naast me stond! weet ik uit te brengen. Bent u soms automonteur?’ ‘Ja, op papier wel’, lacht hij een beetje. Ze willen niets voor hun hulp aannemen. Kan ik zo wegrijden? Blijven was ook niet de bedoeling. Thuis vraag ik aan Sam wat hij van het voorval vindt. Hij reageert met: ‘Pure genade! Wat is nu de kans dat je iemand treft die de auto meteen rijklaar maakt? Anders had je tijden kunnen wachten en veel geld betaald’. Genade voelt ongemakkelijk. 

De volgende dag fiets ik nog even langs. Misschien zijn ze toevallig in de buurt. En ja, het puntbaardje staat met twee mannen voor een cafeetje. Ik bedank hem nogmaals. ‘We zijn er toch om elkaar te helpen?’ reageert hij nuchter. In de media hoor je over probleemwijken, hufterigheid en messenbezit. De goede berichten hoor je weinig. Ze zijn te gewoon. Toch nodig om ze af en toe te horen. 

Reacties