Geluk met peren




Mae en Jo zijn bij school afgezet. Ik fiets naar huis. De zon is gaan schijnen. Na een paar regendagen weer prachtig najaarsweer en dat doet goed. Een geluksgevoel maakt zich van mij meester. Ik ga nog wat peren plukken. Het kan nu nog. In onze straat staan verschillende perenbomen maar niemand die ervan plukt, behalve ik dan. 

Nou ja, na enig aandringen heeft Sam ook eens op een trap gestaan om hoog hangende peren te plukken. De idylle van het gebeuren ging hem echter totaal voorbij. Voor hem was het gewoon een taak die mij kennelijk plezier deed. Kinderen smijten met peren door de straat. Niemand lijkt de waarde ervan in te zien. Laatst vertelde ik een buurman hoe lekker die stoofperen zijn. ‘Oh ja joh, kun je die eten dan?’ was zijn opgewekte reactie. Toch vreemd dat deze peren totaal niet meer als eten of zelfs als lekkernij worden herkend, tenzij ze van etiket voorzien in de supermarkt liggen.

Maar goed, ik kan die peren niet laten hangen. Dus eten we de laatste tijd elke week wel een keer stoofperen, perentaart, perenchutney of perenstampot. Verder heb ik inmiddels een aantal porties in weckpotten. Geeft mij allemaal een enorm tevreden gevoel. Gewapend met een keukentrap loop ik dus goedsmoeds de tuin uit om nogmaals op perenjacht te gaan, gevolgd door de kleine meid die (sèlf!) een metalen emmer meezeult. De trap onder de dichtstbijzijnde perenboom geplaatst. Ons peutertje neemt de peren een voor een van me aan om ze nauwkeurig in de emmer te leggen. Ik kijk neer op haar witte staartjes als ze hurkt in het gras. Gekleurde bladeren liggen her en der. Het gras is vochtig en haar rode laarsjes glimmen. Het beeld had zo uit een kinderboek kunnen komen maar het is gewoon mijn dochtertje en ons leven. Veel gelukkiger kun je op zo’n moment toch niet worden.

Reacties