Huis in het bos


Kinderstemmen klinken door het bos. Aan de voorkant van het vakantiehuisje zijn auto’s met familieleden weggereden. Achter het huis vouwen Papa en Opa een wit tentdoek op. De kleine meid zwaait vervaarlijk met een stang heen en weer. Mae tilt drie delen van de tent boven haar macht. Jo stopt tentpinnen in een zak. ‘Wat helpen jullie goed!’ zegt Oma vanuit de deuropening. Ik kijk alleen maar. Wil het moment vasthouden. Dit hier. Zachte avondlucht. Het einde van de zomer in zicht. Opa en Oma vertrekken na de koffie. Nog één nacht in het boshuis, dan laten ook wij het huisje achter.
 
Het wordt koeler. Nog maar acht uur maar de avond valt onmiskenbaar. Een tijd van verscherpt bewustzijn. Geen ontkomen aan het tijdelijke. Warme en verdrietige emoties strijden om voorrang. Straks gaat het allemaal weer beginnen. Weer een zomer voorbij. Weer een klas verder. Gaan ze echt al naar groep 4 en 5? Hoe bestaat het. Ben ik er eigenlijk wel bij, maak ik het eigenlijk wel mee? Mag de tijd alsjeblieft even stilstaan. Het is zo goed hier en nu. Ik wil het niet kwijt. Maar ik ga niet over de tijd, mag er slechts gebruik van maken.

Elk jaar hebben wij twee verjaardagen te vieren vlak voor de kinderen weer naar school gaan.  Een feest dat ook het einde van de zomer inluidt. De hele familie bij elkaar. Dat is niet vanzelfsprekend maar dit jaar zeker niet. Wanneer we elkaar weer zien, of we kunnen afspreken als herfst zijn intrede heeft gedaan, niemand die het nog weet. Maar het huisje blijft staan, ook als wij er niet zijn. Gereed voor nieuwe momenten die het bevriezen waard zijn.

Reacties