Zes weken lang niet naar school of naar je werk. Een unieke
situatie vertel ik aan de kinderen. (Tenminste, ik hoop dat het een unieke
situatie is want anders is het wel heel erg mis.) Ik hoopte vroeger dat de
school nog eens af zou branden. We zongen daar zelfs een liedje over. Voor wie
nu fronst: Dat had de legendarische meester M ons zelf geleerd en we zongen het met verve in de
klas, alsof het ook echt ging gebeuren als je maar hard genoeg zong. Mijn ouders zeiden nuchter dat we in geval van brand gewoon naar een noodgebouw zouden gaan.
Onze kinderen mogen nu hun schoolwerk maken aan de zonovergoten
keukentafel. De eerste week lijkt het alsof ik iedereen tegelijk moet helpen
maar na een poosje weten we allemaal ongeveer wat er van ons verwacht wordt en werken we best prettig. Sam werkt boven aan een in allerijl aangeschaft
bureau met stoel. Af en toe glipt Bibi naar boven terwijl papa net in een videovergadering
zit. Stiekem maak ik niet al te veel haast om haar te halen. Als trotse moeder verbeeld
ik me dat het best gezellig is als daar ineens een nieuwsgierig peutertje in
beeld verschijnt.
Al die weken was het mooi weer. Geen enkele regenmiddag. ‘s
Middags spelen de kinderen naar hartenlust buiten met kinderen uit de straat. Misschien
zijn ze nog nooit zo gezond geweest. Onze kinderen zijn de enigen uit
de straat die niet naar de school om de hoek gaan en dat zorgt toch voor afstand. Met de Coronacrisis leek dat verschil weg te vallen. De kinderen spelen ontzettend leuk samen en de banden met volwassen buurtbewoners worden daarmee automatisch
warmer. Niemand buitenschoolse opvang, musicalles, dansles, zwemles of paardrijden
(wel online muziekles); alle kinderen in de speeltuin (of in onze tuin) vanaf het
middaguur tot het avondeten.
Het is zoveel rustiger als je niet telkens activiteiten
elders hoeft te bedenken. Dit meer basale leven is op allerlei vlakken een
verademing. Na de meivakantie gaan Mae en Jo weer twee dagen per week naar
school. Het had van mij nog niet gehoeven. De tijd die we samen hadden vond ik niets
minder dan een cadeau. Ik weet eigenlijk niet of ik
dit mag zeggen. De Coronacrisis heeft twee gezichten zei een vriendin. Ik
schets nu een wel heel luchtige kant van de korte termijn, en wil niets
afdoen aan de ernst van de situatie. Hoe het verder zal gaan? Niemand die het
nog echt weet. Deze bijzondere periode is na de meivakantie deels voorbij en
dat is vooruitgang. We blijven roeien met de riemen die we hebben en ik blijf
bidden dat in deze periode veel mensen naar boven kijken (ook als ze dat lang
niet gedaan hebben) nu de rook optrekt van jarenlang onwankelbare zekerheden.
Mooi Minca! Deze tijd doet ons terugdenken aan onze periode in Korea. Geen of nauwelijks sociale verplichtingen en heel veel tijd voor elkaar als gezin. Het heeft een nauwe band doen groeien met ontelbare gedeeld e herinneringen! Naast het zure (ver van geliefden) nu en toen, ook het zoet
BeantwoordenVerwijderen