Rode machines

Als mijn vader vroeger naar zijn werk ging, hoefde hij slechts twee deuren verder te gaan. Twee ooms van mij werkten er ook en twee werknemers. Een daarvan (noemde mij pippi langkous) ging elk jaar op vakantie naar Amerika. Ja echt. Naar Amerika. Daar was hij gewoon geweest. In Amerika was alles groot. Als bewijs daarvan stuurde hij eens een ansichtkaart met een foto waarop een trekker en aanhanger te zien waren met daarop een enorme maiskolf die groter was dan de hele kar. Het kaartje heeft lang op het prikbord gehangen en ik heb er vaak naar staan kijken.

Mijn vaders bedrijf was onderdeel van mijn leefomgeving toen ik opgroeide. Ik vond dat gewoon. Toch was het wel bijzonder. Elk jaar hadden we een trekkershow waar boeren uit de wijde omgeving op af kwamen. Mijn moeder en twee tantes zagen er tip top uit en zorgden voor de catering. Wij struinden er met neefjes en nichtjes rond, klommen in trekkers, keken of er nog ergens suikerklontjes te gappen waren. Toen we wat groter waren, hielpen we mee. Voor mijn ouders was het druk maar voor ons was het feest. Dat was in de jaren 80 en 90. De trekkers zijn sindsdien nogal gegroeid. Het bedrijf ook. Mijn broer heeft de zaak met zijn neef overgenomen.

Onlangs openden ze een spiksplinternieuw pand. Met een show waarin de geschiedenis van de landbouwmechanisatie voorbijkwam. De vertrouwde geur van nieuwe glimmende machines maar op grotere schaal. Honderden mensen die kwamen kijken, kletsen, koffiedrinken en bewonderen. Vele bekende gezichten die jaren geleden ook al kwamen. Ook de man van de ansichtkaart. Dat is wel de waarde van het MKB. Natuurlijk moet er geld verdiend worden maar het is ook persoonlijk. De dienstverlening reikt ver. Het is een gemeenschap van mensen die erbij betrokken zijn. Ik dus ook op afstand. Het maakte me blij om te zien hoe hun inspanningen gezegend zijn door de jaren heen.

Reacties