Met kleine kinderen onderweg naar Frankrijk


Als meisje oorpijn heeft dan kun je mij ook wel bij elkaar vegen. Het is even zenuwslopend als iemand die met zijn nagels over een schoolbord krast. Ze huilt van de pijn. Paracetamol, poging tot troosten. Wat kun je doen? Het helpt ook niet dat we in de auto zitten onderweg naar onze vakantiebestemming in Zuid-Frankrijk. Anderhalf uur onderweg maar het voelt alsof we er al acht uur op hebben zitten. Onder Antwerpen zoeken we een parkeerplaats.
Daar zitten we dan aan een picknicktafel op een groenstrook tussen het wasemende asfalt. ‘Ik ben warm’, zucht meisje. ‘Niet te harden hier, denk ik bij mezelf. 'We gaan terug.’ Op het dieptepunt duikt er ineens een Belgische tv-ploeg op om ons wat vragen te stellen over onze reis. Als je ergens niet op zit te wachten.. maar Sam geeft monter antwoord. We besluiten een half uur verder te rijden en dan te beslissen. Meisje valt in slaap. Blijkbaar was het nog een staartje van de ontsteking want bij het ontwaken is ze weer haar vrolijke zelf. Woezel en Pip liedjes luisteren: ‘Samen op vakantie, eten lekker ijsjes..’ Maar zover is het nog niet.
Eerst langs Parijs en dat gaat zelden zoals verwacht. ‘We nemen niet de boulevard périphérique’. Even later: ‘Oh, ik geloof dat we toch op de périphérique zitten’. Nou ja, het is niet anders. ‘We rijden rechtsom. Half uur later: ‘Ehm.. we rijden momenteel aan de línkerkant van Parijs’. ‘Hoe kan dat?’ ‘Geen idee en we gaan het ook niet hebben over mijn skills als kaartlezer.’ Just keep going. Motoren die tussen de auto’s doorscheuren. Opletten; borden; nummers; namen en dan duikt daar op een splitsing tussen twee snelwegen ineens een Syrisch gezin op.
Drie mensen zitten op het warme asfalt tussen het langsrijdende verkeer. De vrouw kijkt naar beneden. De vader houdt een laveloos jongetje in zijn armen. Is hij ziek of slaapt hij? Het kind is even groot als ons jongetje. Een kind van drie kan toch niet de hele dag op die vierkante meter gloeiend asfalt verblijven? Geen enkele bewegingsruimte. Hebben ze drinken? Waarom gebeurt dit? Hoe wanhopig moet je zijn om daar te gaan zitten? Wat een aanklacht tegen ons continent.
Ons jongetje en meisje zitten comfortabel in hun autostoeltjes te kletsen. Er zijn boekjes, mama heeft een tas met kleine verassingen, drinken, snoepjes, airco en zelfs paracetamol. Het klopt niet. Er zijn mensen die in dezelfde wereld leven als ik, in dezelfde stad, en toch in een heel ander universum leven. Wat gaat er door déze moeder heen? Op zo’n moment weet ik eigenlijk niet meer waar ik het moet zoeken. Ik wil niet dat er mensen zijn die voor het oog van iedereen kapot gaan. Ik wil dat zij een leven hebben met een huis, eten en een gezellige peuterspeelzaal. Waar is eigenlijk die filmploeg?

Reacties

  1. Beeldend geschreven, Minke! Brengt veel herinneringen terug aan onze lange trips....en ja wat is dat dan confronterend, opeens zo'ń vluchtelingengezin.

    BeantwoordenVerwijderen

Een reactie posten