Wat gaat er veel in die peuterhoofdjes om


Gaan we Linne al bijna ophalen? Vraagt ons jongetje kort nadat we zijn zusje naar school hebben gebracht. Het duurt zó làng! Hij mist zijn speelkameraadje. Alleen met mama thuis zijn is toch anders. Die gaat bijvoorbeeld niet samen met hem onder het speelkeukentje zitten. Als zuslief ’s middags thuiskomt haalt hij meteen het dokterskoffertje voor de dag. Summe dottertje peeje? Ik vraag Linde of ze ook Engels heeft gehad op school. Nee, dat heeft ze niet. Even later roept ze ineens in opgaande lijn: wan, toe, tie, voor, siks, seven, TEN!! Heeee, je hebt toch Engels gehad!
’s Avonds na het eten zeggen de kinderen hun gebedje op. 'Here God..,' begint ons meisje bedachtzaam. (Ik wacht af wat er komt.) 'Dank u voor de moedereend en de kleine eendjes. Dank u voor alle dieren die hier niet leven. En voor de andere dieren die hier niet leven. Want wij hebben helemaal geen dieren…'
Ons jongetje kijkt goed naar zijn grote zus en zegt zijn gebedje vervolgens op met grote toonhoogteverschillen. Daarna kijkt hij ons aan en zegt: 'Dat was heel besónne gebed!' Dat was het zeker.
Als ze ’s avonds in bed liggen horen we door de babyfoon: ‘Je hoeft niet bang te zijn, al gaat de storm te keer. Leg maar gewoon je hand, in die van onze Heer’. Dat liedje heeft ze van Sam geleerd. Het raakt me elke keer als ze het zingt. Jongetje vraagt vanuit het andere bed of ze het nogmaals wil zingen. Het wordt gevolgd door een triomfantelijk: Hoog, hoog, hoog als de luuuucht. Diep, diep, diep als de zeeeeee. Hé, dat liedje heeft ze niet van ons! De daarop volgende regels weet ze niet precies. Daarom herhaalt ze voornamelijk: hoog, Hoog, hoog, hoog als de luuuucht. Diep, diep, diep als de zeeeeee. Gelukkig hebben broer en zus nog genoeg tijd samen, al was het alleen al het nakletsen in bed.

Reacties