Hoog boven de poolcirkel


Door het kleine vliegtuigraampje tuur ik naar beneden. Een eindeloze witte vlakte, afgewisseld met grillige bergtoppen strekt zich onder ons uit. Ik verbaas me over het landschap. Brede rivieren, allemaal bevroren, geven het landschap vorm. Zo leeg, zo verlaten, zo koud. We vliegen over Rusland ter hoogte van de poolcirkel. Wie zou hier wonen?
Met een druk op de knop heb ik toegang tot een entertainmentpakket van films, spelletjes en muziek maar mijn oog wordt naar beneden getrokken. Het gebied waar we overheen vliegen oogt onbewoond. Of is de afstand gewoon te groot? Rijdt er ver onder ons een eenzame jager, op zoek naar rendieren? Het is bijna twaalf uur ’s middags. Zou er daar beneden iemand in de kou een potje koken? Heel soms zien we iets dat op een nederzetting lijkt. Een paar lampjes in een verder witgrijze wereld.
We zijn onbekommerd in het vliegtuig gestapt om van het hoog ontwikkelde Japan naar het goed gereguleerde Nederland te vliegen. Maar stel dat we hier onverwacht met zijn allen moeten uitstappen. Wat voor wereld zouden we dan aantreffen? Zouden we ons kunnen aanpassen of zouden we zijn als maanlanders zonder zuurstof? Ik ben blij dat we met hoge snelheid richting Nederland vliegen. Daar is het ook winter maar het is er ten minste niet zo onherbergzaam en koud als het gebied waar we nu overheen vliegen.
Inmiddels zijn we weer thuis. Via de uithoeken van Rusland, Finland, het zuiden van Zweden, Denemarken zijn we tenslotte bij de Eemshaven ons groene landje weer binnen gevlogen. Afgelopen zondag konden we weer naar onze eigen kerk voor de derde adventszondag. Tussen de stapel kerkpost zit een folder van  Friedenstimme met een uitgebreid artikel over evangelisatie onder de Nentsen, rendierfokkers die in Rusland ter hoogte van de poolcirkel wonen…

Reacties

Een reactie posten