Ongewenst gezelschap

Als je een gemiddelde stad zou omkeren en eens flink ging schudden, zou er een heel scala aan exotische dieren uitvallen waarvan niemand vermoed had dat die bij hen in de stad woonden*. Daar moest ik ineens aan denken toen ik er midden in de nacht achter kwam dat ik in mijn slaapkamer niet alleen was. Er was nog een levend wezen en ik had het niet uitgenodigd.

Het was half drie in de ochtend en ik werd wakker van een driftig knaaggeluid. Het klonk alsof er iets met grote snelheid naar binnen werd gewerkt. Geen geruststellend geluid. Blijkbaar werd het, wat het ook was, gestoord door mijn bewegingen. Ik was uit bed gestapt, had het licht aangedaan en keek een beetje rond. Ik zorgde nadrukkelijk voor niet allerlei dingen opzij te schuiven want ik hoefde ‘het’ eigenlijk niet tegen te komen. Ik zag en hoorde niets meer en ben uiteindelijk, na een poos, weer gaan slapen.

De volgende dag vond ik een aangevreten plastic tas. Verder was er niets verdachts te vinden. Maar de daaropvolgende nacht... Blijkbaar had ik de schuilplaats van het wezen vernield. In elk geval werd ik wakker van een galopperend geluid. Toen ik opkeek zag ik in het schemerdonker een beestje van ongeveer 10 centimeter razendsnel van mijn slaapkamer naar de woonkamer stuiteren. Ik dacht dat muisjes altijd trippelden. Trippelen klinkt zacht en vertederend. Het geluid dat je in het holst van de nacht hoort, als verder alles stil is, heeft daar niets mee te maken. Hij was nog maar net in de woonkamer toen hij in volle galop terugkeerde, blijkbaar fanatiek ergens mee bezig of in paniek.

Bij mij waren inmiddels alle alarmbellen afgegaan. Van slapen was geen sprake meer. Ik heb mijn verloofde (mooi woord) gebeld. Slaperig hoorde hij me aan. (Het was tegen drie uur in de ochtend.) Door het beeld dat ik schetste kreeg hij visioenen van een tinnen soldaatje dat bij mij door de kamer reed. Ik geloof dat mijn verloofde de ernst van de situatie nog niet helemaal had ingeschat. Ik had het over een ‘Emergency Situation’, ‘Code Rood’ en meneer zat grapjes te maken. Hij kwam overigens wel met een oplossing. Wachten tot het beest in de woonkamer zit en dan de deur dicht doen. (Goed idee. Waarom heb ik daar niet aan gedacht?) Ook de buitendeur heb ik open gezet.

Ik denk dat hij daardoor naar buiten is gegaan want vanmorgen was er niets meer van hem te bekennen. Wat voor beest zou het zijn geweest? Misschien inderdaad wel zo’n geïmporteerd exemplaar waarvan niemand weet dat hij de stad met ons deelt. In elk geval is het fijn dat hij nu elders is. Ik hou best van dieren maar ze hoeven niet bij me in te trekken.

*Gelezen in ‘Het leven van Pi’ van Yann Martel.

Reacties